Accenten van de Verrijzenisliturgie

 

ACCENTEN VAN DE VERRIJZENISLITURGIE

Vanuit haar oorsprong worden binnen de Orde van het Heilig Graf naast de viering van de H. Liturgie van de Kerk accenten gelegd op het beleven en het vieren van de Christus’ Verrijzenis. Het mysterie van Christus’ Lijden, Verrijzenis en Heerlijkheid doorstraalt het gehele liturgisch jaar en geeft schittering aan alle zondagen, feesten en komt tot uitdrukking in eigen monastieke gebruiken.

Tot op de dag van vandaag worden in Priorij Thabor de volgende oude gewoonten en gebruiken eigen aan de Orde van het Heilig Graf in ere gehouden.

PAASTRIDUÜM

  1. Stille Zaterdag

Binnen de viering van het Paastriduüm is Stille Zaterdag een bijzondere dag. Teruggaand tot gebruiken van de H. Grafkerk te Jeruzalem trekt men ‘s morgens na de Terts in processie naar de H. Grafkapel als een plaats van devotie die het H. Graf van Jeruzalem representeert. Na opening van het H. Graf waakt men de gehele dag bij het beeld van de ontslapen Christus, zoals de oratie het formuleert: “. . . dat wij, die in vrome verwachting de Verrijzenis van uw Zoon verbeiden de heerlijkheid van de Verrijzenis mogen verwerven”. Het H. Graf van Jeruzalem vormt een tastbare reliek die de beide aspecten van Christus, gestorven en verrezen, heeft gezien en die drie uiterst belangrijke fasen van de Passie heeft gekend: de Graflegging, de Verrijzenis en de Verschijningen; mét het Kruis de enige reliek, die door het Bloed van Christus geheiligd is.

Deze traditie kenmerkte de H. Grafkanunniken zo sterk dat zij in Polen bij de stichting van het eerste klooster (Miechów 1163) “Wachters bij het H. Graf” werden genoemd.

  1. paaszondag
    1. paasgroet en processie

Zeer vroeg in de morgen wachten de zusters bij hun celdeur op de Verrijzenisgroet die de priorin aan ieder van haar afzonderlijk brengt met de woorden “Surrexit Dominus vere, Alleluia”; waarop zij antwoorden “Sicut dixit, Alleluia.” En terwijl de communiteit het mysterie volgens het verrijzenisevangelie bezingt, gaat zij in processie door het kloosterpand naar de verrijzenisstatie en vervolgens naar de H. Grafkapel. Heel vroeg, op de eerste dag van de week, toen de zon opkwam, gingen ze naar het graf (Mc16,2) – Het houden van processies naar de statieplaatsen is een zeer oud gebruik in de Kerk, dat waarschijnlijk vanaf de eerste tijden heeft bestaan. Het reisverslag van Egeria, uit de 4e eeuw, vertelt er uitvoerig over. Van oudtijds gingen de Kanunniken van het Heilig Graf in plechtige processie op naar een van de acht Statiekerken van Jeruzalem en vervolgens naar de hoofdkerk. Het houden van de staties is bewaard gebleven in de latere Kanunniken- en Kanunnikessenorde, die dan ook hun eigen staties van de H. Plaatsen in hun huizen aanbrachten en hun eigen processionale hebben. – Bij iedere statie die de communiteit passeert brandt een paaskaars van voorafgaande jaren: het verrijzenislicht doorstraalt alle mysteries van de Heer.

    1. aankondiging van de verrijzenis

Bij het betreden van het met veel kaarsen verlichte koor wordt vervolgens de Moeder Gods begroet met het “Regina cæli”. Na de plechtig gezongen Lauden zingt de cantrix de aankondiging van de Verrijzenis volgens het Martyrologium:

Hac die, quam fecit Dóminus, Solémnitas solemnitátum, et Pascha nostrum:

Resurréctio Salvatóris nostri Jesu Christi secúndum carnem.

Salve festa dies, toto venerábilis aevo, qua Deus inférnum vicit et astra tenet.

Feest van het Glorierijke Graf van onze Heer Jezus Christus te Jeruzalem

Op de maandag na de sluiting van het paasoctaaf wordt het feest van het Glorierijke Graf van onze Heer Jezus Christus te Jeruzalem gevierd. Dit feest wordt vanaf 1586 gevierd als “afsluiting” van het eigenlijke Paasfeest.

De liturgische teksten van de H. Mis van het feest verwijzen op mystieke wijze naar het paradoxale leven “in het graf” in afwachting van de overwinning van het leven op de dood: “de plaats van de wonderbare tent” (Offertorium) is het door Christus’ Lichaam geheiligde graf, waar wij verlangen te wonen (Cf. Secreta) om met Hem begraven te sterven aan de wereld en voor Hem alleen te leven (Cf. Postcommunio).

Na de Hoogmis wordt het Allerheiligste aanbeden tot aan de Vespers.

Een andere spirituele achtergrond is gelegen in de devotie tot het in het tijd en ruimte overstijgende verlossingsmysterie: de Verrijzenis, heeft plaats gevonden op een bepaald moment van de geschiedenis, op een bepaalde plaats: die vierkante meter waarop het lichaam van Christus rustte. Dat heel concrete gebeuren betreft dezelfde Christus, die nu bij ons aanwezig is in de Eucharistische Gestalte, waarin “de overwinning en de triomf van Zijn dood tegenwoordig worden gesteld”, en tevens door dank te brengen aan God “voor Zijn onuitsprekelijke gave” (2 Kor 9,15) in Christus Jezus, “tot lof van Zijn heerlijkheid” (Ef 1,12), door de kracht van de Heilige Geest. Het besef van deze Paasgenade zet aan tot “sprakeloze aanbidding” in dank en stille vreugde.

VOORTGEZETTE PAASTIJD

De liturgische tijd van Pinksteren tot de Advent wordt in de H. Graforde beschouwd als voortzetting van de Paastijd.

Vaticanum II heeft de zondag zijn uitdrukkelijk paaskarakter als dag van de Verrijzenis van Jezus Christus teruggegeven.

De kanunnikessen van Priorij Thabor vieren en beleven in de loop van het liturgische jaar de spiritualiteit van de Verrijzenis aan de hand van de volgende elementen uit de traditie van de H. Graforde:

  1. processies op de zondagen na drievuldigheidszondag tot de advent  en hoogfeesten

De kanunniken van het H. Graf hebben steeds met luister de liturgische plechtigheden gevierd. De gewoonte van oudtijds op zon- en feestdagen in plechtige processie naar een van de acht statiekerken van Jeruzalem te gaan is in de latere kanunnikessen-kloosters bewaard, zoals boven reeds is gezegd. Daartoe werden de volgende statieplaatsen, dikwijls ook architectonisch, symbolisch present gesteld: Dal van Josaphat, Bethlehem, Tempel Gods, Calvarië, Bethanië, H. Graf, Berg Sion, Olijfberg. In Sint-Odiliënberg werd een statie voor de Thabor toegevoegd. De processies met hun staties bieden de mogelijkheid om als “pelgrim” de weg van Jezus te gaan volgens het Evangelie van de betreffende zondag.

Twee telkens terugkerende elementen in deze processieliturgie van Priorij Thabor accentueren het mysterie van Kruis en Verrijzenis: de repons “Christus resurgens ex mortuis” en de antifoon “O Crux splendidior cunctis astris”. De laatste antifoon herinnert tevens aan de processie van de kanunniken in de H. Grafkerk, waarbij niet alleen het H. Graf, maar ook Calvarië werd bezocht.

031a bij tekst 012

  1. votiefmis van de verrijzenis

In de liturgie van de H. Graforde had de regelmatig terugkerende “Votiefmis” van de Verrijzenis een plaats. In Priorij Thabor wordt deze Votiefmis gevierd op de eerste vrije liturgische dag van de maand in de maanden tussen Pinksteren en de Advent.

De votiefmis van de Verrijzenis ondersteunt als zodanig het beleven van de verrijzenisspiritualiteit

De liturgische teksten zijn afkomstig uit de Ordestraditie, de lezingen zijn gerelateerd aan het paasmysterie en de gregoriaanse gezangen afkomstig uit het algemeen Romeins repertoire van de paastijd.

  1. gedachtenis van de verrijzenis

Een volgend element is de gedachtenis van de Verrijzenis op zaterdagavond na de 1e Vespers en de zondagmorgen na de Lauden.

In de melodisch wonderbaar mooie antifoon “Vespere autem sabbati” gaan wij, kanunnikessen, als het ware met de heilige vrouwen en hun welriekende kruiden op weg naar het “Graf”; wij vragen Christus die ons doet leven van de paassacramenten ons zijn geest van liefde te schenken om een van hart en ziel te leven.

Op zondagmorgen na de Lauden gaan de zusters in stilte naar H. Grafkapel, waar zich onder het sacramentsaltaar de beeldengroep van de Graflegging bevindt. Christus die voor ons heeft geleden en gestorven, begraven en verrezen is rust onder de gedaante van het Eucharistische Brood in het tabernakel.

Op deze statieplaats worden de hymne “Ave Sepulcrum gloriosum” en de antifoon “Magnificemus Dominum et Dominicum Sepulcrum” uit het liturgisch erfgoed van de Orde gezongen met verwijzingen naar voorafbeeldingen van het Paasmysterie in het Oude Testament en naar de overweldigende kracht waarmee Christus uit het Graf opstond en de verlossing bewerkte.

  1. DE GEDACHTENIS VAN DE VERRIJZENIS OP DE LAATSTE DAG VAN HET LITURGISCH JAAR 

Deze gedachtenis wordt in Priorij Thabor als sluitstuk van het liturgisch jaar gevierd op de zaterdag voor de 1e zondag van de Advent met inbegrip van de Vespers op de vrijdag ervoor. Met de Paasliturgie op deze dag wordt heel het liturgisch jaar, waarin de heilsmysteries van Christus worden ontvouwd, bezegeld, zoals in werkelijkheid de Verrijzenis van Christus de bezegeling was van zijn Menswording.

  1. LITURGISCHE FEESTEN

Op de eigen kalender van de Priorij Thabor zijn de feesten en gedachtenissen opgenomen welke binding hebben met de spiritualiteit zoals ter plaatse beleefd en met feesten zoals in de Orde van het H. Graf gevierd, voor het grootste deel teruggaand op Jeruzalem zelf.

Deze feesten centreren zich rond de menselijke afstamming van Jezus, het H. Kruis, het H. Graf, de Verrijzenis overeenkomstig het in de Constituties verwoorde eerste doel van de Orde.

 

aprilis, 24  SS. Mariæ Cleophæ, Salome aliarumque sanctarum Christi discipularum, memoria

feria II post II Dom. Paschæ:

                       Sancti Sepulcri, festum

maii, 3   S. Jacobi, apostoli, primi episcopi Hierosolymitani et martyris, festum

maii, 7   Inventionis Stæ Crucis, memoria

iulii, 15  In dedicatione Basililicæ Sancti Sepulcri D.N.J.Chr., sollemnitas

iulii, 22  S. Mariæ Magdalenæ, memoria (ut in Liturgia Horarum)

iulii, 29   SS. Lazari, Marthæ et Mariæ, hospitum D.N.J. Chr., memoria

augusti, 6    In Transfiguratione Domini, festum (ut in Liturgia Horarum)

augusti, 18  S. Helenæ imperatricis, memoria

augusti, 28  S. Patris nostri Augustini episcopi, conf. et Eccl. doct., sollemnitas

augusti, 29  SS. Joseph ab Arimathæa et Nicodemi, memoria

septembris,14 In Exaltatione Sanctæ Crucis, festum (ut in Liturgia Horarum)

octobris, 9 S. Abrahæ, memoria

octobris, 16 S. Longini, militis, memoria

Sabbato ante Dominicam I Adventus:

Commemoratio Resurrectionis Domini Nostri Jesu Christi

 

 

Bronnen:

G. Bresc-Bautier, Les imitations du Saint-Sépulcre de Jérusalem (IXe-XVe siècle). Archéologie d’une dévotion. in Revue d’Histoire Spirituelle, Paris, 50(1974) 319-342

De Vrouwenkloosters van het Heilig Graf in het Prinsbisdom Luik, doorZ. M. Hereswitha CRSS

Zr. Imelda Brenninkmeijer, Vieren en gedenken van het Paasmysterie in de liturgie van reguliere Kanunnikessen van het Heilig Graf. Tijdschrift voor Liturgie, 82 (1998) 137-146.

Kanunnikessen van het H. Graf Sint-Odiliënberg, Boek der Gebruiken

Dr. Pius Parch, Het Jaar des Heren

Dom Prosper Guéranger, Het Liturgisch Jaar

Constituties en Decreten van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie. De Ark, Leusden, 1986