Symbolen en liturgie
Het vuur van de Paasnacht, het water van het Doopsel, het brood en de wijn in de Eucharistie, de handoplegging -dat zijn allemaal gewone, soms zelfs alledaagse dingen die in kader van de liturgie een bijzondere betekenis krijgen.
Het vuur in de Paaswake staat voor de komst van Christus, het Licht in de wereld. Het water van de doop dat over de dopeling wordt uitgegoten, verbeeldt het levend water waaruit nieuw leven als christen ontstaat. Het brood en de wijn verwijzen naar het Lichaam en Bloed van Christus, daadwerkelijk aanwezig in de Eucharistie en voor ons vergoten tot vergeving van zonden. De handoplegging van de zieke door de priester symboliseert het overstromen van kracht en genade.
Wie zich het vorenstaande voor geest haalt, begrijpt vermoedelijk beter de omschrijving van een symbool: een symbool is een teken dat verwijst naar iets anders dat er tegelijk mee wordt beleefd en aangeduid. De liturgie van de Kerk is vol van symbolen -te veel om hier te noemen, laat staan om te verklaren. Wie die symbolen kent en doorgrondt, begrijpt niet alleen de liturgie beter maar zal de liturgie beter beleven, dat wil zeggen in zichzelf ervaren waar de symbolen naar verwijzen.